Vertaling van beëindigen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
afmaken, afsluiten, beëindigen, besluiten, uitmaken, voleindigen {ww.}
terminar
acabar

wij beëindigen
jullie beëindigen
zij beëindigen

nosotros terminamos
vosotros termináis
ellos/ellas terminan
» meer vervoegingen van terminar



Gerelateerd aan beëindigen

afmaken - afsluiten - besluiten - uitmaken - voleindigen