Vertaling van besluiten

Inhoud:

Nederlands
Spaans
beslissen, besluiten, uitmaken, zich voornemen {ww.}
decidir
decidirse

wij besluiten
jullie besluiten
zij besluiten

nosotros decidimos
vosotros decidís
ellos/ellas deciden
» meer vervoegingen van decidir

We vinden het moeilijk om te beslissen welke te kopen.
Nos es difícil decidir cuál comprar.
Het is aan jou om te besluiten wat te doen.
Recae en ti decidir qué hacer.
afmaken, afsluiten, beëindigen, besluiten, uitmaken, voleindigen {ww.}
terminar
acabar

wij besluiten
jullie besluiten
zij besluiten

nosotros terminamos
vosotros termináis
ellos/ellas terminan
» meer vervoegingen van terminar

afleiden, besluiten, concluderen, een gevolgtrekking maken {ww.}
sacar conclusión
concluir

wij besluiten
jullie besluiten
zij besluiten

nosotros concluimos
vosotros concluís
ellos/ellas concluyen
» meer vervoegingen van concluir

besluit (mv. besluiten) [o], eind [o], einde [o], voleinding [v], beëindiging, end {zn.}
final [m] (el ~)
fin [m] (el ~)
conclusión [m] (el ~)
término [m] (el ~)
Dit is het einde.
Este es el fin.
Dit is het eind van mijn verhaal.
Este es el final de mi historia.
besluit (mv. besluiten) [o], decreet [o], verordening [v], voorschrift {zn.}
decreto [m] (el ~)
beslissing [v], besluit (mv. besluiten) [o], wijzing [v], uitspraak {zn.}
decisión [v] (la ~)
resolución [v] (la ~)
acuerdo [m] (el ~)
Ik heb mijn beslissing genomen.
Tomé una decisión.
Tom' beslissing om te trouwen verbaasde zijn familie.
La decisión de casarse de Tom sorprendió a su familia.