Vertaling van uitschrijven

Inhoud:

Nederlands
Spaans
bijeenroepen, convoceren, konvoceren, uitschrijven {ww.}
convocar

ik zal uitschrijven
jij zult uitschrijven
hij/zij/het zal uitschrijven

yo convocaré
convocarás
él/ella convocará
» meer vervoegingen van convocar

regelen, organiseren, uitschrijven {ww.}
organizar

ik zal uitschrijven
jij zult uitschrijven
hij/zij/het zal uitschrijven

yo organizaré
organizarás
él/ella organizará
» meer vervoegingen van organizar

schrijven, neerschrijven, uitschrijven {ww.}
escribir

ik zal uitschrijven
jij zult uitschrijven
hij/zij/het zal uitschrijven

yo escribiré
escribirás
él/ella escribirá
» meer vervoegingen van escribir

Ik moet een brief schrijven.
Tengo que escribir una carta.
Moet ik een brief schrijven?
¿Tengo que escribir una carta?
lanceren, ontketenen, uitschrijven, van stapel laten lopen {ww.}
lanzar

ik zal uitschrijven
jij zult uitschrijven
hij/zij/het zal uitschrijven

yo lanzaré
lanzarás
él/ella lanzará
» meer vervoegingen van lanzar

beleggen, houden, teweegbrengen, uitschrijven {ww.}
ocasionar
dar lugar a

ik zal uitschrijven
jij zult uitschrijven
hij/zij/het zal uitschrijven

yo ocasionaré
ocasionarás
él/ella ocasionará
» meer vervoegingen van ocasionar