Vertaling van schrijven

Inhoud:

Nederlands
Spaans
schrijven, neerschrijven, uitschrijven {ww.}
escribir

wij schrijven
jullie schrijven
zij schrijven

nosotros escribimos
vosotros escribís
ellos/ellas escriben
» meer vervoegingen van escribir

Ik moet een brief schrijven.
Tengo que escribir una carta.
Moet ik een brief schrijven?
¿Tengo que escribir una carta?
componeren, maken, scheppen, schrijven {ww.}
escribir

wij schrijven
jullie schrijven
zij schrijven

nosotros escribimos
vosotros escribís
ellos/ellas escriben
» meer vervoegingen van escribir

Ik heb iets nodig om mee te schrijven.
Necesito algo con que escribir.
Ik ga morgen een brief schrijven.
Voy a escribir una carta mañana.
brief [m], epistel [o], missive [v], schrijven [o] {zn.}
carta [v] (la ~)
epístola [v] (la ~)
Hij zal een brief schrijven.
Él escribirá una carta.
Ik ben een brief aan het schrijven.
Estoy escribiendo una carta.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Moet ik een brief schrijven?

¿Tengo que escribir una carta?

Hij zal een brief schrijven.

Él escribirá una carta.

Ik moet een brief schrijven.

Tengo que escribir una carta.

Vader is bezig brieven te schrijven.

Mi padre está ocupado escribiendo cartas.

Hij kan nauwelijks zijn naam schrijven.

Él apenas puede escribir su nombre.

Ze kan niet lezen of schrijven.

Ella no puede escribir ni leer.

Ik ben een brief aan het schrijven.

Estoy escribiendo una carta.

Ik ga morgen een brief schrijven.

Voy a escribir una carta mañana.

Ik wil niet schrijven met deze pen.

No quiero escribir con este bolígrafo.

Vandaag begin ik een raplied te schrijven.

Hoy empiezo a escribir una canción de rap.

Verbeteren is soms moeilijker dan schrijven.

A veces corregir es más difícil que escribir.

Ze is klaar met het schrijven van een brief.

Ella terminó de escribir una carta.

Ik ben van plan om Judy een brief te schrijven.

Planeo escribirle una carta a Judy.

Schrijven is een slaap nog dieper dan de dood.

La escritura es un sueño más profundo que la muerte.

Hij nam zijn pen en begon te schrijven.

Él tomó su lápiz y comenzó a escribir


Gerelateerd aan schrijven

neerschrijven - uitschrijven - componeren - maken - scheppen - brief - epistel - missive