Vertaling van componeren

Inhoud:

Nederlands
Spaans
componeren, maken, scheppen, schrijven {ww.}
escribir

wij componeren
jullie componeren
zij componeren

nosotros escribimos
vosotros escribís
ellos/ellas escriben
» meer vervoegingen van escribir

Ik moet een brief schrijven.
Tengo que escribir una carta.
Moet ik een brief schrijven?
¿Tengo que escribir una carta?
componeren, samenstellen {ww.}
componer

wij componeren
jullie componeren
zij componeren

nosotros componemos
vosotros componéis
ellos/ellas componen
» meer vervoegingen van componer



Gerelateerd aan componeren

maken - scheppen - schrijven - samenstellen