Vertaling van aard

Inhoud:

Nederlands
Frans
aard [m], geaardheid [v], karakter [o] {zn.}
caractère  [m] (le ~)
aard [m], geaardheid [v], natuur [v], karakter [o], wezen [o] {zn.}
nature  [v] (la ~)
Heeft een hond een Boeddha-natuur of niet?
Un chien a-t-il la nature de Bouddha ?
Haaien staan bekend om hun bloeddorstig karakter.
Les requins ont une mauvaise réputation à cause de leur nature assoiffée de sang.
aard [m], slag [o], soort {zn.}
genre  [m] (le ~)
sort  [m] (le ~)
acabit  [m] (l' ~)
espèce  [v] (l' ~)
Ik lees dit soort boek niet vaak.
Je ne lis pas souvent ce genre de livres.
Wat muziek betreft, welke soort muziek hoor jij graag?
À propos de musique, quel genre de musique aimez-vous ?
aarden, gewend raken, wennen {ww.}
s'accoutumer 


Gerelateerd aan aard

geaardheid - karakter - natuur - wezen - slag - soort - aarden - gewend raken - wennen