Vertaling van banen

Inhoud:

Nederlands
Frans
baan (mv. banen) [v], parcours {zn.}
piste  [v] (la ~)
ambt [o], baan (mv. banen) [v], betrekking [v], werkkring [m], plaats [v], post, wachtpost {zn.}
place  [v] (la ~)
emploi  [m] (l' ~)
poste  [m] (le ~)
Ik zoek een baan.
Je cherche un emploi.
Tom is op zoek naar een baan.
Tom cherche un emploi.
baan (mv. banen) [v], kogelbaan {zn.}
trajectoire  [v] (la ~)
baan (mv. banen) [v] {zn.}
chemin  [m] (le ~)
baan (mv. banen) [v], gang [m], overloop, rijstrook {zn.}
couloir  [m] (le ~)
corridor  [m] (le ~)
baan (mv. banen) [v], breedte [v] {zn.}
mesure de largeur [v] (la ~)
largeur  [v] (la ~)
ambt [o], baan (mv. banen) [v], betrekking [v], werkkring [m], plaats [v], functie {zn.}
emploi  [m] (l' ~)
fonction  [v] (la ~)
service  [m] (le ~)
office  [m] (l' ~)
Jouw baan hangt aan een zijden draadje.
Ton emploi est suspendu à un fil.
De functie heeft geen neveneffecten.
La fonction n'a pas d'effets secondaires.
baan (mv. banen) [v], spoor {zn.}
voie  [v] (la ~)
route  [v] (la ~)
Er is ijzel op de baan.
Il y a du givre sur la route.
Neem om het even welke trein op spoor 5.
Prends n'importe quel train sur la voie 5.
baan (mv. banen) [v], route [v], weg [m] {zn.}
chemin  [m] (le ~)
route  [v] (la ~)
voie  [v] (la ~)


Gerelateerd aan banen

baan - parcours - ambt - betrekking - werkkring - plaats - post - wachtpost - kogelbaan - gang - overloop - rijstrook - breedte - functie - spoor