Vertaling van daar
Voorbeelden in zinsverband
Is daar iemand?
Quelqu'un est-il là ?
Er was niemand daar.
Là, il n'y avait personne.
Ik wilde daar naartoe gaan.
Je voulais m'y rendre.
Ga zeker onmiddellijk naar daar.
Il faut que vous vous y rendiez immédiatement.
Hoe gaan we daar komen?
Comment allons-nous y parvenir ?
Hij stond daar een tijdje.
Il est resté debout là-bas pendant un moment.
Ik kan daar niks over zeggen.
Je ne peux rien dire à ce sujet.
Ik wil dat hij daar naartoe gaat.
Je veux qu'il y aille.
Hij gaat daar elke dag naartoe.
Il va là-bas tous les jours.
Er staat daar een gele roos.
Il y a une rose jaune ici.
Zijn vader eet daar tweemaal per week.
Son père mange là deux fois par semaine.
Ze is daar gisteren naartoe gegaan.
Elle y est allée hier.
Hij stond daar met gesloten ogen.
Il se tenait là les yeux fermés.
Je hoeft daar niet heen te gaan.
Vous n'avez pas besoin de vous y rendre.
Hij zat daar een pijp te roken.
Il était assis là et fumait sa pipe.