Vertaling van gebeurd

Inhoud:

Nederlands
Frans
beuren, heffen, ophalen, oprichten, tillen, verheffen {ww.}
soulever 
élever 
lever 

ik heb gebeurd
jij hebt gebeurd
hij/zij/het heeft gebeurd

j'ai soulevé
tu as soulevé
il/elle a soulevé
» meer vervoegingen van soulever

aan de hand zijn, gebeuren, geschieden, voorkomen, voorvallen, vóórkomen {ww.}
arriver 
intervenir 
avoir lieu 

hij/zij/het is gebeurd
zij zijn gebeurd
hij/zij/het was gebeurd

il/elle est arrivé(e)
ils/elles sont arrivé(e)s
il/elle était arrivé(e)
» meer vervoegingen van arriver

Je kunt waarschijnlijk wel raden wat er gaat gebeuren.
Tu devines probablement ce qui va arriver.
Laten we eens kijken wat er kan gebeuren in het ergste geval.
Réfléchissons au pire qui pourrait arriver.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Is er iets gebeurd?

Quelque chose s'est-il passé ?

Wat is er gebeurd?

Que s'est-il passé ?

Het is nooit gebeurd.

Ça ne s'est jamais produit.

Dat is niet echt gebeurd.

Ça n'est pas vraiment arrivé.

Het ongeluk is eergisteren gebeurd.

L'accident s'est produit avant-hier.

Blijkbaar is er iets gebeurd.

Il semble que quelque chose se soit produit.

Nou, er zijn wel vreemdere dingen gebeurd.

Eh bien, des choses plus étranges sont survenues.

Ik vraag mij af wat er met Paul gebeurd is.

Je me demande ce qui est arrivé à Paul.

Ze wilden echt weten wat er gebeurd is.

Ils voulaient vraiment savoir ce qui s'était passé.

Ik vraag me af wat er gebeurd is.

Je me demande ce qui s'est passé.

Ik kan niet begrijpen wat er is gebeurd.

Je n'arrive pas à comprendre ce qui s'est passé.

Dat is allemaal al eens eerder gebeurd, en het zal opnieuw gebeuren.

Tout ceci est survenu auparavant et surviendra de nouveau.