Vertaling van gemaal

Inhoud:

Nederlands
Frans
hindernis [v], gemaal, gezeur, hinder, hinderpaal {zn.}
inconvénient  [m] (l' ~)
echtgenoot [m], man [m], gemaal {zn.}
mari  [m] (le ~)
époux  [m] (le ~)
Ze haatte haar echtgenoot.
Elle détestait son mari.
Wijlen haar echtgenoot was violist.
Son défunt mari était violoniste.


Gerelateerd aan gemaal

hindernis - gezeur - hinder - hinderpaal - echtgenoot - man