Vertaling van het eens zijn

Inhoud:

Nederlands
Frans
het eens zijn {ww.}
être d'accord 
instemmen, accorderen, bijvallen, schragen, aansluiten, onderschrijven, ondersteunen, het eens zijn, overeenstemmen, samengaan, stroken, bijeenpassen, rijmen, kloppen {ww.}
s'harmoniser 
être d'accord 
s'accorder 
goedvinden, het eens zijn, toegeven, toestemmen {ww.}
admettre 
être d'accord 
donner son accord 
consentir 
Het gaat hem niet best af, maar je moet toch toegeven dat hij zijn best doet.
Il ne s'en sort pas très bien. Cependant, vous devez admettre qu'il fait de son mieux.
fiatteren, goedvinden, sanctioneren, goedkeuren, het eens zijn, overeenstemmen, samengaan, accorderen, stroken, bijeenpassen, rijmen, kloppen {ww.}
s'harmoniser 
être d'accord 
s'accorder 
afspreken, een schikking treffen, het eens zijn, overeenkomen {ww.}
convenir 
overeenstemmen, het eens zijn, samengaan, accorderen, stroken, bijeenpassen, rijmen, kloppen {ww.}
s'harmoniser 
être d'accord 
s'accorder