Vertaling van strijden

Inhoud:

Nederlands
Frans
kampen, strijden, strijd voeren, vechten {ww.}
batailler 
luter
combattre 

wij strijden
jullie strijden
zij strijden

nous bataillons
vous bataillez
ils/elles bataillent
» meer vervoegingen van batailler

disputeren, krakelen, twisten, redetwisten, strijden {ww.}
se disputer 
oorlogvoeren, strijden {ww.}
guerroyer 

wij strijden
jullie strijden
zij strijden

nous guerroyons
vous guerroyez
ils/elles guerroient
» meer vervoegingen van guerroyer

gevecht, kamp, slag [m], strijd (mv. strijden), treffen, veldslag {zn.}
bataille  [v] (la ~)
combat  [m] (le ~)
Ze hebben het gevecht verloren.
Ils perdirent la bataille.
dispuut [o], kwestie [v], strijd (mv. strijden), twist [m], redetwist, twistgesprek {zn.}
dispute  [v] (la ~)