Vertaling van verlopen

Inhoud:

Nederlands
Frans
aflopen, eindigen, ophouden, uitgaan, uitlopen, uitraken, verlopen {ww.}
prendre fin
se terminer 
finir 

wij verlopen
jullie verlopen
zij verlopen

nous finissons
vous finissez
ils/elles finissent
» meer vervoegingen van finir

omkomen, overdrijven, overgaan, vergaan, verlopen, verstrijken {ww.}
passer 

wij verlopen
jullie verlopen
zij verlopen

nous passons
vous passez
ils/elles passent
» meer vervoegingen van passer

achteruitgaan, terrein verliezen, teruglopen, verlopen {ww.}
rétrogader
reculer 

wij verlopen
jullie verlopen
zij verlopen

nous reculons
vous reculez
ils/elles reculent
» meer vervoegingen van reculer

gaan, lopen, van stapel lopen, verlopen, zich begeven {ww.}
aller 
se déplacer 

wij verlopen
jullie verlopen
zij verlopen

nous allons
vous allez
ils/elles vont
» meer vervoegingen van aller

Ik moet gaan.
Je devrais y aller.
Ik moet gaan slapen.
Je dois aller dormir.