Vertaling van zuur

Inhoud:

Nederlands
Frans
zuur {bw.}
aigrement
zuur [o] (het ~) {zn.}
acide  [m] (l' ~)
zuur {zn.}
vinaigre  [m] (le ~)
piquette
bars, honds, nors, nurks, onaardig, onvriendelijk, stuurs, zuur {bn.}
maussade 
grognon
rébarbatif
bougon
quinteux
moeilijk, moeitevol, moeizaam, zuur, zwaar {bn.}
laborieux 
pénible 
rens, zurig, zuurachtig, rins, zuur {bn.}
acide 
aigre 
sur 
aigri
revêche
hargneux
azijnzuur [o] (het ~), zuur {zn.}
acide acétique [m] (l' ~)
zuren, verzuren, zuur maken {ww.}
aigrir 
rendre acide
acidifier 

ik zuur

j'aigris
» meer vervoegingen van aigrir

verzuren, zuren, zuur maken {ww.}
aigrir 
rendre acide
acidifier 

ik zuur

j'aigris
» meer vervoegingen van aigrir



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Citroenen zijn zuur.

Les citrons sont acides.

Zuur reageert op dingen die metaal bevatten.

L'acide agit sur les choses qui contiennent du métal.


Gerelateerd aan zuur

bars - honds - nors - nurks - onaardig - onvriendelijk - stuurs - moeilijk - moeitevol - moeizaam - zwaar - rens - zurig - zuurachtig - rinszuur