Vertaling van aandrift

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
instinct, aandrift [v] {zn.}
instinct
aandrift [v] {zn.}
De dieren volgen hun instinct.
De dieren volgen hun instinct.
drang [m], impuls, stuwing [v], opwelling [v], aandrang [m], aandrift [v] {zn.}
drang [m]
impuls
stuwing [v]
opwelling [v]
aandrang [m]
aandrift [v] {zn.}
Hij voelde plots de drang om een roman te schrijven.
Hij voelde plots de drang om een roman te schrijven.
aandrift [m] (de ~), opwelling [v] (de ~), impuls [m] (de ~) {zn.}
aandrift [m] (de ~)
opwelling [v] (de ~)
impuls [m] (de ~) {zn.}
neiging [v] (de ~), aandrang [m] (de ~), inclinatie, geneigdheid, aandrift {zn.}
neiging [v] (de ~)
aandrang [m] (de ~)
inclinatie
geneigdheid
aandrift {zn.}
Hij heeft de neiging kwaad te worden.
Hij heeft de neiging kwaad te worden.
Tom heeft de neiging te overdrijven.
Tom heeft de neiging te overdrijven.


Gerelateerd aan aandrift

instinct - drang - impuls - stuwing - opwelling - aandrang - neiging - inclinatie - geneigdheidneiging - houding - karaktertrek