Vertaling van geneigdheid
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
neiging , zucht , geneigdheid {zn.}
neiging
zucht
geneigdheid {zn.}
zucht
geneigdheid {zn.}
Hij heeft de neiging kwaad te worden.
Hij heeft de neiging kwaad te worden.
Tom heeft de neiging te overdrijven.
Tom heeft de neiging te overdrijven.
neiging , aandrang , inclinatie, geneigdheid, aandrift {zn.}
neiging
aandrang
inclinatie
geneigdheid
aandrift {zn.}
aandrang
inclinatie
geneigdheid
aandrift {zn.}
Je hebt de neiging om te snel te praten.
Je hebt de neiging om te snel te praten.
Ik heb de neiging om dit voorstel te accepteren.
Ik heb de neiging om dit voorstel te accepteren.