Vertaling van zucht

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
zucht [v], hunkering [v] {zn.}
zucht [v]
hunkering [v] {zn.}
zucht [m] {zn.}
zucht [m] {zn.}
zin [m], wens, verlangen, lust, zucht [v], begeerte [v] {zn.}
zin [m]
wens
verlangen
lust
zucht [v]
begeerte [v] {zn.}
Een oude bok lust ook nog wel een groen blaadje.
Een oude bok lust ook nog wel een groen blaadje.
Zijn wens werd uiteindelijk vervuld.
Zijn wens werd uiteindelijk vervuld.
verlangen, zielsverlangen, zucht [v], hunkering [v] {zn.}
verlangen
zielsverlangen
zucht [v]
hunkering [v] {zn.}
We verlangen allemaal naar succes.
We verlangen allemaal naar succes.
Verwar verlangen niet met liefde.
Verwar verlangen niet met liefde.
trek [m] (de ~), luchtstroom, zucht [m] (de ~), zuiging [v] (de ~), tocht [m] (de ~) {zn.}
trek [m] (de ~)
luchtstroom
zucht [m] (de ~)
zuiging [v] (de ~)
tocht [m] (de ~) {zn.}
Trek je pyjama aan.
Trek je pyjama aan.
Ik had erge trek.
Ik had erge trek.
neiging [v], zucht [v], geneigdheid [v] {zn.}
neiging [v]
zucht [v]
geneigdheid [v] {zn.}
Hij heeft de neiging kwaad te worden.
Hij heeft de neiging kwaad te worden.
Tom heeft de neiging te overdrijven.
Tom heeft de neiging te overdrijven.
verlangen, zuchten naar, zuchten, smachten, reikhalzen, hunkeren {ww.}
verlangen
zuchten naar
zuchten
smachten
reikhalzen
hunkeren {ww.}

ik hunker
jij hunkert
hij/zij/het hunkert

ik verlang
jij verlangt
hij/zij/het verlangt
» meer vervoegingen van verlangen

Ik heb een verlangen om naar Engeland te gaan.
Ik heb een verlangen om naar Engeland te gaan.
kermen, zuchten {ww.}
kermen
zuchten {ww.}

ik kerm
jij kermt
hij/zij/het kermt

ik kerm
jij kermt
hij/zij/het kermt
» meer vervoegingen van kermen

kreunen, zuchten {ww.}
kreunen
zuchten {ww.}

ik kreun
jij kreunt
hij/zij/het kreunt

ik kreun
jij kreunt
hij/zij/het kreunt
» meer vervoegingen van kreunen

steunen, stenen, kreunen, zuchten {ww.}
steunen
stenen
kreunen
zuchten {ww.}

ik kreun
jij kreunt
hij/zij/het kreunt

ik steun
jij steunt
hij/zij/het steunt
» meer vervoegingen van steunen

Wie zou dat stenen hart van jou kunnen doen smelten?
Wie zou dat stenen hart van jou kunnen doen smelten?
Ik heb het aangedurfd zijn mening te steunen.
Ik heb het aangedurfd zijn mening te steunen.
zuchten {ww.}
zuchten {ww.}

ik zucht
jij zucht
hij/zij/het zucht

ik zucht
jij zucht
hij/zij/het zucht
» meer vervoegingen van zuchten

begeren, talen, dromen, verlangen, zuchten {ww.}
begeren
talen
dromen
verlangen
zuchten {ww.}

ik begeer
jij begeert
hij/zij/het begeert

ik begeer
jij begeert
hij/zij/het begeert
» meer vervoegingen van begeren