Vertaling van zuchten

Inhoud:

Nederlands

zuchten, kermen {ww.}

zuchten
kermen {ww.}

ik kerm
jij kermt
hij/zij/het kermt

ik zucht
jij zucht
hij/zij/het zucht
» meer vervoegingen van zuchten

zuchten, kreunen {ww.}

zuchten
kreunen {ww.}

ik kreun
jij kreunt
hij/zij/het kreunt

ik zucht
jij zucht
hij/zij/het zucht
» meer vervoegingen van zuchten

verlangen, zuchten naar, zuchten, smachten, reikhalzen, hunkeren {ww.}

verlangen
zuchten naar
zuchten
smachten
reikhalzen
hunkeren {ww.}

ik hunker
jij hunkert
hij/zij/het hunkert

ik verlang
jij verlangt
hij/zij/het verlangt
» meer vervoegingen van verlangen

We verlangen allemaal naar succes.

Verwar verlangen niet met liefde.

zuchten {ww.}

ik zucht
jij zucht
hij/zij/het zucht

ik zucht
jij zucht
hij/zij/het zucht
» meer vervoegingen van zuchten

trek [m] (de ~), luchtstroom, zucht [m] (de ~), zuiging [v] (de ~), tocht [m] (de ~) {zn.}

trek [m] (de ~)
luchtstroom
zucht [m] (de ~)
zuiging [v] (de ~)
tocht [m] (de ~) {zn.}

Trek je pyjama aan.

Ik had erge trek.

steunen, stenen, kreunen, zuchten {ww.}

steunen
stenen
kreunen
zuchten {ww.}

ik kreun
jij kreunt
hij/zij/het kreunt

ik steun
jij steunt
hij/zij/het steunt
» meer vervoegingen van steunen

Wie zou dat stenen hart van jou kunnen doen smelten?

Ik heb het aangedurfd zijn mening te steunen.

talen, dromen, verlangen, begeren, zuchten {ww.}

talen
dromen
verlangen
begeren
zuchten {ww.}

ik begeer
jij begeert
hij/zij/het begeert

ik taal
jij taalt
hij/zij/het taalt
» meer vervoegingen van talen

Soms komen dromen uit.

Ik heb veel dromen.

zucht [m] (de ~) {zn.}