Vertaling van lust

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
lust, wellust, geilheid [v] {zn.}
lust
wellust
geilheid [v] {zn.}
Een oude bok lust ook nog wel een groen blaadje.
Een oude bok lust ook nog wel een groen blaadje.
lust, libido {zn.}
lust
libido {zn.}
zin [m], wens, verlangen, lust, zucht [v], begeerte [v] {zn.}
zin [m]
wens
verlangen
lust
zucht [v]
begeerte [v] {zn.}
Zijn wens werd uiteindelijk vervuld.
Zijn wens werd uiteindelijk vervuld.
Ik heb maar een wens.
Ik heb maar een wens.
zin [m], neiging [v], lust, aanvechting [v] {zn.}
zin [m]
neiging [v]
lust
aanvechting [v] {zn.}
Hij heeft de neiging kwaad te worden.
Hij heeft de neiging kwaad te worden.
Tom heeft de neiging te overdrijven.
Tom heeft de neiging te overdrijven.
passie [v], lust, verslaving [v], roes, hartstocht, verwoedheid [v] {zn.}
passie [v]
lust
verslaving [v]
roes
hartstocht
verwoedheid [v] {zn.}
Ieder zijn eigen passie.
Ieder zijn eigen passie.
Verslaving is een van de problemen van de jeugd van deze tijd.
Verslaving is een van de problemen van de jeugd van deze tijd.
lusten {ww.}
lusten {ww.}

ik lust
jij lust
hij/zij/het lust

ik lust
jij lust
hij/zij/het lust
» meer vervoegingen van lusten

moeten, houden, mogen, believen, blieven, lusten {ww.}
moeten
houden
mogen
believen
blieven
lusten {ww.}

ik belief
jij belieft
hij/zij/het belieft

ik moet
jij moet
hij/zij/het moet
» meer vervoegingen van moeten

Naar believen
Naar believen
We moeten ons aan de wet houden.
We moeten ons aan de wet houden.


Gerelateerd aan lust

wellust - geilheid - libido - zin - wens - verlangen - zucht - begeerte - neiging - aanvechting - passie - verslaving - roes - hartstocht - verwoedheidvoelen