Vertaling van aangorden
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
omgorden, gorden, aangorden, aangespen {ww.}
omgorden
gorden
aangorden
aangespen {ww.}
gorden
aangorden
aangespen {ww.}
ik zal aangespen
jij zult aangespen
hij/zij/het zal aangespen
ik zal omgorden
jij zult omgorden
hij/zij/het zal omgorden
» meer vervoegingen van omgorden
aangorden {ww.}
aangorden {ww.}
ik zal aangorden
jij zult aangorden
hij/zij/het zal aangorden
ik zal aangorden
jij zult aangorden
hij/zij/het zal aangorden
» meer vervoegingen van aangorden
opmaken, klaarmaken, gereedmaken, aangorden {ww.}
opmaken
klaarmaken
gereedmaken
aangorden {ww.}
klaarmaken
gereedmaken
aangorden {ww.}
ik zal aangorden
jij zult aangorden
hij/zij/het zal aangorden
ik zal opmaken
jij zult opmaken
hij/zij/het zal opmaken
» meer vervoegingen van opmaken
Ik moet mijn haar opmaken.
Ik moet mijn haar opmaken.
Mijn vader zal morgen lekker eten voor mij klaarmaken.
Mijn vader zal morgen lekker eten voor mij klaarmaken.