Vertaling van gereedmaken

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
opmaken, klaarmaken, gereedmaken, aangorden {ww.}
opmaken
klaarmaken
gereedmaken
aangorden {ww.}

ik zal aangorden
jij zult aangorden
hij/zij/het zal aangorden

ik zal opmaken
jij zult opmaken
hij/zij/het zal opmaken
» meer vervoegingen van opmaken

Ik moet mijn haar opmaken.
Ik moet mijn haar opmaken.
Mijn vader zal morgen lekker eten voor mij klaarmaken.
Mijn vader zal morgen lekker eten voor mij klaarmaken.
klaarmaken, gereedmaken {ww.}
klaarmaken
gereedmaken {ww.}

ik zal gereedmaken
jij zult gereedmaken
hij/zij/het zal gereedmaken

ik zal klaarmaken
jij zult klaarmaken
hij/zij/het zal klaarmaken
» meer vervoegingen van klaarmaken



Gerelateerd aan gereedmaken

opmaken - klaarmaken - aangordenklaarmaken - voorbereiden