Vertaling van voorbereiden
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
voorbereiden, voorbereidend, prepareren {ww.}
voorbereiden
voorbereidend
prepareren {ww.}
voorbereidend
prepareren {ww.}
ik zal prepareren
jij zult prepareren
hij/zij/het zal prepareren
ik zal voorbereiden
jij zult voorbereiden
hij/zij/het zal voorbereiden
» meer vervoegingen van voorbereiden
Je moet je voorbereiden op de toekomst.
Je moet je voorbereiden op de toekomst.
bereiden, voorbereiden, toebereiden, aanmaken {ww.}
bereiden
voorbereiden
toebereiden
aanmaken {ww.}
voorbereiden
toebereiden
aanmaken {ww.}
ik zal aanmaken
ik zou aanmaken
jij zult aanmaken
ik zal bereiden
ik zou bereiden
jij zult bereiden
» meer vervoegingen van bereiden
Je hoeft geen formele toespraak voor te bereiden.
Je hoeft geen formele toespraak voor te bereiden.
Je hoeft geen formele toespraak voor te bereiden.
Je hoeft geen formele toespraak voor te bereiden.
voorbereiden {ww.}
voorbereiden {ww.}
ik zal voorbereiden
ik zou voorbereiden
jij zult voorbereiden
ik zal voorbereiden
ik zou voorbereiden
jij zult voorbereiden
» meer vervoegingen van voorbereiden