Vertaling van klaarmaken
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
bereiden, verzetten, klaarmaken, voltooien, toebereiden {ww.}
bereiden
verzetten
klaarmaken
voltooien
toebereiden {ww.}
verzetten
klaarmaken
voltooien
toebereiden {ww.}
ik zal bereiden
ik zou bereiden
jij zult bereiden
ik zal bereiden
ik zou bereiden
jij zult bereiden
» meer vervoegingen van bereiden
Mijn vader zal morgen lekker eten voor mij klaarmaken.
Mijn vader zal morgen lekker eten voor mij klaarmaken.
Je hoeft geen formele toespraak voor te bereiden.
Je hoeft geen formele toespraak voor te bereiden.
klaarmaken, bevredigen {ww.}
klaarmaken
bevredigen {ww.}
bevredigen {ww.}
ik zal bevredigen
ik zou bevredigen
jij zult bevredigen
ik zal klaarmaken
ik zou klaarmaken
jij zult klaarmaken
» meer vervoegingen van klaarmaken
klaarmaken, gereedmaken {ww.}
klaarmaken
gereedmaken {ww.}
gereedmaken {ww.}
ik zal gereedmaken
jij zult gereedmaken
hij/zij/het zal gereedmaken
ik zal klaarmaken
jij zult klaarmaken
hij/zij/het zal klaarmaken
» meer vervoegingen van klaarmaken
koken, bereiden, klaarmaken, toebereiden, brouwen {zn.}
koken
bereiden
klaarmaken
toebereiden
brouwen {zn.}
bereiden
klaarmaken
toebereiden
brouwen {zn.}
Bob kan koken.
Bob kan koken.
Hij wil leren koken.
Hij wil leren koken.
opmaken, klaarmaken, gereedmaken, aangorden {ww.}
opmaken
klaarmaken
gereedmaken
aangorden {ww.}
klaarmaken
gereedmaken
aangorden {ww.}
ik zal aangorden
jij zult aangorden
hij/zij/het zal aangorden
ik zal opmaken
jij zult opmaken
hij/zij/het zal opmaken
» meer vervoegingen van opmaken
Ik moet mijn haar opmaken.
Ik moet mijn haar opmaken.