Vertaling van aanprijzen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
aanprijzen {ww.}
aanprijzen {ww.}
ik zal aanprijzen
jij zult aanprijzen
hij/zij/het zal aanprijzen
ik zal aanprijzen
jij zult aanprijzen
hij/zij/het zal aanprijzen
» meer vervoegingen van aanprijzen
aanbevelen, recommanderen, aanprijzen {ww.}
aanbevelen
recommanderen
aanprijzen {ww.}
recommanderen
aanprijzen {ww.}
ik zal aanbevelen
jij zult aanbevelen
hij/zij/het zal aanbevelen
ik zal aanbevelen
jij zult aanbevelen
hij/zij/het zal aanbevelen
» meer vervoegingen van aanbevelen
Ik kan dit restaurant aanbevelen.
Ik kan dit restaurant aanbevelen.
Ik kan een goed hotel aanbevelen.
Ik kan een goed hotel aanbevelen.