Vertaling van aflossen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
vervangen, de plaats innemen van, inspringen, aflossen {ww.}
vervangen
de plaats innemen van
inspringen
aflossen {ww.}
de plaats innemen van
inspringen
aflossen {ww.}
ik zal aflossen
jij zult aflossen
hij/zij/het zal aflossen
ik zal vervangen
jij zult vervangen
hij/zij/het zal vervangen
» meer vervoegingen van vervangen
Niemand kan jou vervangen.
Niemand kan jou vervangen.
Wie zou hem kunnen vervangen?
Wie zou hem kunnen vervangen?
aflossen {ww.}
aflossen {ww.}
ik zal aflossen
jij zult aflossen
hij/zij/het zal aflossen
ik zal aflossen
jij zult aflossen
hij/zij/het zal aflossen
» meer vervoegingen van aflossen
delgen, aflossen {ww.}
delgen
aflossen {ww.}
aflossen {ww.}
ik zal aflossen
jij zult aflossen
hij/zij/het zal aflossen
ik zal delgen
jij zult delgen
hij/zij/het zal delgen
» meer vervoegingen van delgen
aflossen, amortiseren {ww.}
aflossen
amortiseren {ww.}
amortiseren {ww.}
ik zal aflossen
ik zou aflossen
jij zult aflossen
ik zal aflossen
ik zou aflossen
jij zult aflossen
» meer vervoegingen van aflossen