Vertaling van afname

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
afname {zn.}
afname {zn.}
omzet, aftrek [m], afzet [m], afname [v] {zn.}
omzet
aftrek [m]
afzet [m]
afname [v] {zn.}
daling, afname [v] {zn.}
daling
afname [v] {zn.}
afname [m] (de ~), afzet [m] (de ~), debiet {zn.}
afname [m] (de ~)
afzet [m] (de ~)
debiet {zn.}
afname {zn.}
afname {zn.}
koop, aankoop [m], aanschaf [m], overname, inkoop, afname [v] {zn.}
koop
aankoop [m]
aanschaf [m]
overname
inkoop
afname [v] {zn.}
Is dat te koop?
Is dat te koop?
Ik koop een nieuwe auto.
Ik koop een nieuwe auto.
afname [m] (de ~) {zn.}
afname [m] (de ~) {zn.}
mindering [v] (de ~), vermindering [v] (de ~), reductie [v] (de ~), daling [v] (de ~), afname [m] (de ~), verlaging [v] (de ~), afneming {zn.}
mindering [v] (de ~)
vermindering [v] (de ~)
reductie [v] (de ~)
daling [v] (de ~)
afname [m] (de ~)
verlaging [v] (de ~)
afneming {zn.}


Gerelateerd aan afname

omzet - aftrek - afzet - daling - debiet - koop - aankoop - aanschaf - overname - inkoop - mindering - vermindering - reductie - verlaging - afneminguitvoeren - verkoop - weghalen - koop - verandering