Vertaling van omzet

Inhoud:

Nederlands

omzet, aftrek [m], afzet [m], afname [v] {zn.}

omzet
aftrek [m]
afzet [m]
afname [v] {zn.}

omzet, provenu, koopsom {zn.}

omzet
provenu
koopsom {zn.}

omzet {zn.}

omzetten {ww.}

ik omzet
jij omzet
hij/zij/het omzet

ik omzet
jij omzet
hij/zij/het omzet
» meer vervoegingen van omzetten

verkopen, omzetten {ww.}

verkopen
omzetten {ww.}

ik omzet
jij omzet
hij/zij/het omzet

ik verkoop
jij verkoopt
hij/zij/het verkoopt
» meer vervoegingen van verkopen

Ik ga mijn huis verkopen.

Verkopen ze schriften in die winkel?

verplaatsen, verleggen, overbrengen, overplaatsen, omzetten {ww.}

verplaatsen
verleggen
overbrengen
overplaatsen
omzetten {ww.}

ik omzet
jij omzet
hij/zij/het omzet

ik verplaats
jij verplaatst
hij/zij/het verplaatst
» meer vervoegingen van verplaatsen

De administratie besliste de zetel van de firma te verplaatsen naar Hawaï.

verplaatsen, verleggen, omzetten {ww.}

verplaatsen
verleggen
omzetten {ww.}

ik omzet
jij omzet
hij/zij/het omzet

ik verplaats
jij verplaatst
hij/zij/het verplaatst
» meer vervoegingen van verplaatsen

omzetten, verkopen {ww.}

omzetten
verkopen {ww.}

ik omzet
jij omzet
hij/zij/het omzet

ik omzet
jij omzet
hij/zij/het omzet
» meer vervoegingen van omzetten

omzetcijfers, omzet [m] (de ~), omzetcijfer [o] (het ~) {zn.}

omzetcijfers
omzet [m] (de ~)
omzetcijfer [o] (het ~) {zn.}