Vertaling van afrossen

Inhoud:

Nederlands

afrossen, dorsen, afranselen {ww.}

afrossen
dorsen
afranselen {ww.}

ik zal afranselen
jij zult afranselen
hij/zij/het zal afranselen

ik zal afrossen
jij zult afrossen
hij/zij/het zal afrossen
» meer vervoegingen van afrossen

roskammen, afrossen {ww.}

roskammen
afrossen {ww.}

ik zal afrossen
ik zou afrossen
jij zult afrossen

ik zal roskammen
ik zou roskammen
jij zult roskammen
» meer vervoegingen van roskammen

afdraven, afrossen, afrijden {ww.}

afdraven
afrossen
afrijden {ww.}

ik zal afdraven
jij zult afdraven
hij/zij/het zal afdraven

ik zal afdraven
jij zult afdraven
hij/zij/het zal afdraven
» meer vervoegingen van afdraven

aftroeven, afdrogen, afrossen, aftuigen, inpeperen, aframmelen, afranselen {ww.}

aftroeven
afdrogen
afrossen
aftuigen
inpeperen
aframmelen
afranselen {ww.}

ik zal afdrogen
jij zult afdrogen
hij/zij/het zal afdrogen

ik zal aftroeven
jij zult aftroeven
hij/zij/het zal aftroeven
» meer vervoegingen van aftroeven