Vertaling van afstemming

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
stemmen, afstemming [v] (de ~), instelling [v] (de ~), afstelling {zn.}
stemmen
afstemming [v] (de ~)
instelling [v] (de ~)
afstelling {zn.}
Voor wie ga je stemmen?
Voor wie ga je stemmen?
In alle geval moet men "ja" stemmen in het referendum van 18 februari.
In alle geval moet men "ja" stemmen in het referendum van 18 februari.
afstemming [v] (de ~) {zn.}
afstemming [v] (de ~) {zn.}
accommodatie [v], afstemming [v] (de ~) {zn.}
accommodatie [v]
afstemming [v] (de ~) {zn.}


Gerelateerd aan afstemming

stemmen - instelling - afstelling - accommodatieaanpassing - stemming