Vertaling van stemming

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
stemming [v], gemoedsgesteldheid, moreel, gemoedstoestand {zn.}
stemming [v]
gemoedsgesteldheid
moreel
gemoedstoestand {zn.}
Ons team was in opperbeste stemming door de overwinning.
Ons team was in opperbeste stemming door de overwinning.
stemming [v], ballotage [v] {zn.}
stemming [v]
ballotage [v] {zn.}
stemming [v], sfeer {zn.}
stemming [v]
sfeer {zn.}
stemming [v] {zn.}
stemming [v] {zn.}
stemming [v] {zn.}
stemming [v] {zn.}
richting [v], stemming [v], trend, tendens, tendentie [v], stroming [v], strekking [v] {zn.}
richting [v]
stemming [v]
trend
tendens
tendentie [v]
stroming [v]
strekking [v] {zn.}
De jachthond liep richting het bos.
De jachthond liep richting het bos.
In welke richting ging hij heen?
In welke richting ging hij heen?