Vertaling van richting
stemming
trend
tendens
tendentie
stroming
strekking {zn.}
richtlijn
koers
leiding {zn.}
stroming {zn.}
richting
hoek {zn.}
Voorbeelden in zinsverband
In welke richting ging hij heen?
In welke richting ging hij heen?
De jachthond liep richting het bos.
De jachthond liep richting het bos.
In welke richting ging hij heen?
In welke richting ging hij heen?
De dief rende weg in de richting van het station.
De dief rende weg in de richting van het station.
Hij kon altijd zeggen in welke richting de wind blies.
Hij kon altijd zeggen in welke richting de wind blies.
Noord is de richting die tegenovergesteld is aan zuid.
Noord is de richting die tegenovergesteld is aan zuid.
We haastten ons in de richting van het vuur.
We haastten ons in de richting van het vuur.
De kinderen pakten hun schaatsen en gingen richting de bevroren vijver.
De kinderen pakten hun schaatsen en gingen richting de bevroren vijver.
Heer, leid ons", "Heer, geef ons richting
Heer, leid ons", "Heer, geef ons richting