Vertaling van richting

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
richting [v], stemming [v], trend, tendens, tendentie [v], stroming [v], strekking [v] {zn.}
richting [v]
stemming [v]
trend
tendens
tendentie [v]
stroming [v]
strekking [v] {zn.}
Ons team was in opperbeste stemming door de overwinning.
Ons team was in opperbeste stemming door de overwinning.
De jachthond liep richting het bos.
De jachthond liep richting het bos.
richting {zn.}
richting {zn.}
In welke richting ging hij heen?
In welke richting ging hij heen?
In welke richting ging hij heen?
In welke richting ging hij heen?
richting [v], richtlijn, koers, leiding [v] {zn.}
richting [v]
richtlijn
koers
leiding [v] {zn.}
Hij kon altijd zeggen in welke richting de wind blies.
Hij kon altijd zeggen in welke richting de wind blies.
Noord is de richting die tegenovergesteld is aan zuid.
Noord is de richting die tegenovergesteld is aan zuid.
richting [v] (de ~), stroming [v] (de ~) {zn.}
richting [v] (de ~)
stroming [v] (de ~) {zn.}
kant [m] (de ~), richting [v] (de ~), hoek [m] (de ~) {zn.}
kant [m] (de ~)
richting [v] (de ~)
hoek [m] (de ~) {zn.}
Ik sta aan jouw kant.
Ik sta aan jouw kant.
Een hoek van 90 graden noemt men een rechte hoek.
Een hoek van 90 graden noemt men een rechte hoek.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

In welke richting ging hij heen?

In welke richting ging hij heen?

De jachthond liep richting het bos.

De jachthond liep richting het bos.

In welke richting ging hij heen?

In welke richting ging hij heen?

De dief rende weg in de richting van het station.

De dief rende weg in de richting van het station.

Hij kon altijd zeggen in welke richting de wind blies.

Hij kon altijd zeggen in welke richting de wind blies.

Noord is de richting die tegenovergesteld is aan zuid.

Noord is de richting die tegenovergesteld is aan zuid.

We haastten ons in de richting van het vuur.

We haastten ons in de richting van het vuur.

De kinderen pakten hun schaatsen en gingen richting de bevroren vijver.

De kinderen pakten hun schaatsen en gingen richting de bevroren vijver.

Heer, leid ons", "Heer, geef ons richting

Heer, leid ons", "Heer, geef ons richting


Gerelateerd aan richting

stemming - trend - tendens - tendentie - stroming - strekking - richtlijn - koers - leiding - kant - hoekovertuiging - houding