Vertaling van kant

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
kant [m], boord [m], kust [v], oever [m], waterkant [m], wal [m] {zn.}
kant [m]
boord [m]
kust [v]
oever [m]
waterkant [m]
wal [m] {zn.}
We wandelen langs de oever van het meer.
We wandelen langs de oever van het meer.
Ik sta aan jouw kant.
Ik sta aan jouw kant.
kant {zn.}
kant {zn.}
Hij legde het boek aan de kant.
Hij legde het boek aan de kant.
Welke kant is het strand op?
Welke kant is het strand op?
kant [m], band [m], boord [m], rand, zoom {zn.}
kant [m]
band [m]
boord [m]
rand
zoom {zn.}
De band is lek.
De band is lek.
Ierland staat bekend om zijn kant.
Ierland staat bekend om zijn kant.
kant [m], rand, marge {zn.}
kant [m]
rand
marge {zn.}
We stonden aan de rand van een klif.
We stonden aan de rand van een klif.
zij [v], kant [m], zijde [v], zijkant, flank [v] {zn.}
zij [v]
kant [m]
zijde [v]
zijkant
flank [v] {zn.}
Een kant van een munt wordt 'kop' genoemd, en de andere zijde wordt 'munt' genoemd.
Een kant van een munt wordt 'kop' genoemd, en de andere zijde wordt 'munt' genoemd.
Bekeken van de zijkant, steken de tanden bovendien naar voren.
Bekeken van de zijkant, steken de tanden bovendien naar voren.
vechten, keren, kanten, verzetten, weren, verweren, roeren {ww.}
vechten
keren
kanten
verzetten
weren
verweren
roeren {ww.}

ik kant
jij kant
hij/zij/het kant

ik vecht
jij vecht
hij/zij/het vecht
» meer vervoegingen van vechten

Ze vechten voor vrijheid.
Ze vechten voor vrijheid.
Ik kan je leren vechten.
Ik kan je leren vechten.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Ik sta aan jouw kant.

Ik sta aan jouw kant.

Hij legde het boek aan de kant.

Hij legde het boek aan de kant.

Welke kant is het strand op?

Welke kant is het strand op?

Ierland staat bekend om zijn kant.

Ierland staat bekend om zijn kant.

We zagen een klein eilandje aan de andere kant.

We zagen een klein eilandje aan de andere kant.

De bestuurder vroeg me welke kant hij op moest.

De bestuurder vroeg me welke kant hij op moest.

Tatoeba: Kom bij de duistere kant. Wij hebben chocoladekoekjes.

Tatoeba: Kom bij de duistere kant. Wij hebben chocoladekoekjes.

Onze school is aan de andere kant van de rivier.

Onze school is aan de andere kant van de rivier.

Luister naar de andere kant

Luister naar de andere kant

Het gras aan de andere kant van de heuvel is altijd groener.

Het gras aan de andere kant van de heuvel is altijd groener.

Mijn zus is mager en ik ben aan de dikke kant.

Mijn zus is mager en ik ben aan de dikke kant.

Ver weg aan de andere kant van de zee ligt het zonnige land Italië.

Ver weg aan de andere kant van de zee ligt het zonnige land Italië.

Mijn zus is mager en ik ben aan de dikke kant.

Mijn zus is mager en ik ben aan de dikke kant.

Een kant van een munt wordt 'kop' genoemd, en de andere zijde wordt 'munt' genoemd.

Een kant van een munt wordt 'kop' genoemd, en de andere zijde wordt 'munt' genoemd.

Dingen zijn soms mooier als je ze van een andere kant bekijkt.

Dingen zijn soms mooier als je ze van een andere kant bekijkt.


Gerelateerd aan kant

boord - kust - oever - waterkant - wal - band - rand - zoom - marge - zij - zijde - zijkant - flank - vechten - kerenhandelen