Vertaling van vechten
kampen
strijd voeren
strijden {ww.}
ik kamp
jij kampt
hij/zij/het kampt
ik vecht
jij vecht
hij/zij/het vecht
» meer vervoegingen van vechten
knokken {ww.}
ik knok
jij knokt
hij/zij/het knokt
ik vecht
jij vecht
hij/zij/het vecht
» meer vervoegingen van vechten
wedijveren
meten
rivaliseren {ww.}
ik meet
jij meet
hij/zij/het meet
ik vecht
jij vecht
hij/zij/het vecht
» meer vervoegingen van vechten
keren
kanten
verzetten
weren
verweren
roeren {ww.}
ik kant
jij kant
hij/zij/het kant
ik vecht
jij vecht
hij/zij/het vecht
» meer vervoegingen van vechten
kampen
matten
knokken
strijden {ww.}
ik kamp
jij kampt
hij/zij/het kampt
ik vecht
jij vecht
hij/zij/het vecht
» meer vervoegingen van vechten
ageren
beijveren
strijden
ijveren {ww.}
ik ageer
jij ageert
hij/zij/het ageert
ik vecht
jij vecht
hij/zij/het vecht
» meer vervoegingen van vechten
Voorbeelden in zinsverband
Ze vechten voor vrijheid.
Ze vechten voor vrijheid.
Ik kan je leren vechten.
Ik kan je leren vechten.
Ik zal tot de dood vechten.
Ik zal tot de dood vechten.
Ik wil niet met Theodore Roosevelt vechten.
Ik wil niet met Theodore Roosevelt vechten.