Vertaling van band

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
band [m] {zn.}
band [m] {zn.}
De band is lek.
De band is lek.
Haar favoriete band is Warpaint.
Haar favoriete band is Warpaint.
band [m], zwachtel {zn.}
band [m]
zwachtel {zn.}
Mijn fiets heeft een lekke band.
Mijn fiets heeft een lekke band.
Kan je die lekke band nu herstellen?
Kan je die lekke band nu herstellen?
band [m], windsel, strook, strip, reep {zn.}
band [m]
windsel
strook
strip
reep {zn.}
Mijn fiets heeft een lekke band.
Mijn fiets heeft een lekke band.
band [m], luchtband [m] {zn.}
band [m]
luchtband [m] {zn.}
band [v], orkest, muziekkorps {zn.}
band [v]
orkest
muziekkorps {zn.}
band [v], orkest, muziekgroep {zn.}
band [v]
orkest
muziekgroep {zn.}
band [m], lint {zn.}
band [m]
lint {zn.}
Jane droeg hetzelfde lint als haar moeder.
Jane droeg hetzelfde lint als haar moeder.
band [m], deel [o], boekdeel [o], volume {zn.}
band [m]
deel [o]
boekdeel [o]
volume {zn.}
band [m], reep, streep, strook, wapenbalk {zn.}
band [m]
reep
streep
strook
wapenbalk {zn.}
band [m] {zn.}
band [m] {zn.}
band [m], boekband [m] {zn.}
band [m]
boekband [m] {zn.}
band [m], binding [v] {zn.}
band [m]
binding [v] {zn.}
kant [m], band [m], boord [m], rand, zoom {zn.}
kant [m]
band [m]
boord [m]
rand
zoom {zn.}
Ik sta aan jouw kant.
Ik sta aan jouw kant.
Hij legde het boek aan de kant.
Hij legde het boek aan de kant.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

De band is lek.

De band is lek.

Haar favoriete band is Warpaint.

Haar favoriete band is Warpaint.

Mijn fiets heeft een lekke band.

Mijn fiets heeft een lekke band.

Kan je die lekke band nu herstellen?

Kan je die lekke band nu herstellen?

Mijn fiets heeft een lekke band.

Mijn fiets heeft een lekke band.

Jane droeg een gele band in het haar.

Jane droeg een gele band in het haar.

Heeft u misschien een emmer water voor mij? Ik heb een lekke band.

Heeft u misschien een emmer water voor mij? Ik heb een lekke band.

Heeft u misschien een emmer water voor mij? Ik heb een lekke band.

Heeft u misschien een emmer water voor mij? Ik heb een lekke band.


Gerelateerd aan band

zwachtel - windsel - strook - strip - reep - luchtband - orkest - muziekkorps - muziekgroep - lint - deel - boekdeel - volume - streep - wapenbalk