Vertaling van animeren
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
verlevendigen, animeren, bezielen {ww.}
verlevendigen
animeren
bezielen {ww.}
animeren
bezielen {ww.}
ik animeer
jij animeert
hij/zij/het animeert
ik animeer
jij animeert
hij/zij/het animeert
» meer vervoegingen van animeren
verlevendigen, opkikkeren, opmonteren, animeren {ww.}
verlevendigen
opkikkeren
opmonteren
animeren {ww.}
opkikkeren
opmonteren
animeren {ww.}
ik animeer
jij animeert
hij/zij/het animeert
ik kikker op
jij kikkert op
hij/zij/het kikkert op
» meer vervoegingen van opkikkeren
aanmoedigen, animeren {ww.}
aanmoedigen
animeren {ww.}
animeren {ww.}
ik moedig aan
jij moedigt aan
hij/zij/het moedigt aan
ik moedig aan
jij moedigt aan
hij/zij/het moedigt aan
» meer vervoegingen van aanmoedigen
Men moet niet dwingen te leren. Leren moet men aanmoedigen.
Men moet niet dwingen te leren. Leren moet men aanmoedigen.