Vertaling van armoedzaaier
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
armoedzaaier , pauper {zn.}
armoedzaaier
pauper {zn.}
pauper {zn.}
Beroep op armoede, beroep op (de Nieuwtestamentische armoedzaaier) Lazarus
Beroep op armoede, beroep op (de Nieuwtestamentische armoedzaaier) Lazarus
stumper, armoedzaaier , sukkelaar {zn.}
stumper
armoedzaaier
sukkelaar {zn.}
armoedzaaier
sukkelaar {zn.}
Ik wil geen stumper zijn, ik wil cool zijn!!
Ik wil geen stumper zijn, ik wil cool zijn!!
arme , armoedzaaier {zn.}
arme
armoedzaaier {zn.}
armoedzaaier {zn.}
Hij was een arme muzikant.
Hij was een arme muzikant.
Het arme meisje werd blind.
Het arme meisje werd blind.
arme , armoedzaaier , have-not, have-nots, kaaljakker, minderbedeelde, misdeelde, niksnakker, pauper , sjofelaar {bn.}
arme
armoedzaaier
have-not
have-nots
kaaljakker
minderbedeelde
misdeelde
niksnakker
pauper
sjofelaar {bn.}
armoedzaaier
have-not
have-nots
kaaljakker
minderbedeelde
misdeelde
niksnakker
pauper
sjofelaar {bn.}