Vertaling van stumper

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
stumper, zielepoot, tobber, sukkelaar, sukkel, stakkerd, stakker {zn.}
stumper
zielepoot
tobber
sukkelaar
sukkel
stakkerd
stakker {zn.}
Ik wil geen stumper zijn, ik wil cool zijn!!
Ik wil geen stumper zijn, ik wil cool zijn!!
stumper, armoedzaaier [m], sukkelaar {zn.}
stumper
armoedzaaier [m]
sukkelaar {zn.}
Beroep op armoede, beroep op (de Nieuwtestamentische armoedzaaier) Lazarus
Beroep op armoede, beroep op (de Nieuwtestamentische armoedzaaier) Lazarus
stumper, sukkel, knoeier, prutser, broddelaar [m] {zn.}
stumper
sukkel
knoeier
prutser
broddelaar [m] {zn.}
ziel [m] (de ~), schaap [m] (het ~), stumper [m] (de ~), sloeber [m] (de ~), drommel [m] (de ~), zielenpoot [m] (de ~), zielenpiet [m] (de ~), dompelaar, stakker [m] (de ~) {zn.}
ziel [m] (de ~)
schaap [m] (het ~)
stumper [m] (de ~)
sloeber [m] (de ~)
drommel [m] (de ~)
zielenpoot [m] (de ~)
zielenpiet [m] (de ~)
dompelaar
stakker [m] (de ~) {zn.}
Er was geen levende ziel.
Er was geen levende ziel.
Er was geen levende ziel.
Er was geen levende ziel.


Gerelateerd aan stumper

synoniemen

zielepoot - tobber - sukkelaar - sukkel - stakkerd - stakker - armoedzaaier - knoeier - prutser - broddelaar - ziel - schaap - sloeber - drommel - zielenpoot

verwante termen

persoon