Vertaling van bekladden
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
bevlekken, vlekken, bezoedelen, smetten, bekladden {ww.}
bevlekken
vlekken
bezoedelen
smetten
bekladden {ww.}
vlekken
bezoedelen
smetten
bekladden {ww.}
ik beklad
jij bekladt
hij/zij/het bekladt
ik bevlek
jij bevlekt
hij/zij/het bevlekt
» meer vervoegingen van bevlekken
bekladderen, bekliederen, bekladden {ww.}
bekladderen
bekliederen
bekladden {ww.}
bekliederen
bekladden {ww.}
ik beklad
jij bekladt
hij/zij/het bekladt
ik beklad
jij bekladt
hij/zij/het bekladt
» meer vervoegingen van bekladden
zwartmaken, , schandaliseren, lasteren, bezwadderen, bekladden, belasteren {ww.}
zwartmaken
schandaliseren
lasteren
bezwadderen
bekladden
belasteren {ww.}
schandaliseren
lasteren
bezwadderen
bekladden
belasteren {ww.}
ik beklad
ik bekladde
jij bekladt
ik maak zwart
ik maakte zwart
jij maakt zwart
» meer vervoegingen van zwartmaken