Vertaling van belasteren
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
kwaadspreken, roddelen, belasteren {ww.}
kwaadspreken
roddelen
belasteren {ww.}
roddelen
belasteren {ww.}
ik belaster
jij belastert
hij/zij/het belastert
ik spreek kwaad
jij spreekt kwaad
hij/zij/het spreekt kwaad
» meer vervoegingen van kwaadspreken
zwartmaken, , schandaliseren, lasteren, bezwadderen, bekladden, belasteren {ww.}
zwartmaken
schandaliseren
lasteren
bezwadderen
bekladden
belasteren {ww.}
schandaliseren
lasteren
bezwadderen
bekladden
belasteren {ww.}
ik beklad
jij bekladt
hij/zij/het bekladt
ik maak zwart
jij maakt zwart
hij/zij/het maakt zwart
» meer vervoegingen van zwartmaken