Vertaling van beluisteren
ausculteren {ww.}
ik ausculteer
jij ausculteert
hij/zij/het ausculteert
ik beluister
jij beluistert
hij/zij/het beluistert
» meer vervoegingen van beluisteren
beluisteren
toeluisteren
toehoren
aanhoren {ww.}
ik aanhoor
jij aanhoort
hij/zij/het aanhoort
ik luister
jij luistert
hij/zij/het luistert
» meer vervoegingen van luisteren
bespeuren
proeven {ww.}
ik beluister
jij beluistert
hij/zij/het beluistert
ik beluister
jij beluistert
hij/zij/het beluistert
» meer vervoegingen van beluisteren
beluisteren
beluistering {zn.}
beluisteren {ww.}
ik beluister
jij beluistert
hij/zij/het beluistert
ik hoor
jij hoort
hij/zij/het hoort
» meer vervoegingen van horen
Voorbeelden in zinsverband
Mijn hobby is muziek beluisteren.
Mijn hobby is muziek beluisteren.
Mijn hobby is muziek beluisteren.
Mijn hobby is muziek beluisteren.
Muziek beluisteren doe ik graag, en muziek spelen nog liever.
Muziek beluisteren doe ik graag, en muziek spelen nog liever.