Vertaling van bemachtigen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
bemachtigen, vastgrijpen, aangrijpen, grijpen {ww.}
bemachtigen
vastgrijpen
aangrijpen
grijpen {ww.}

ik grijp aan
jij grijpt aan
hij/zij/het grijpt aan

ik bemachtig
jij bemachtigt
hij/zij/het bemachtigt
» meer vervoegingen van bemachtigen

We slaagden erin enkele buitenlandse postzegels te bemachtigen.
We slaagden erin enkele buitenlandse postzegels te bemachtigen.
bemachtigen {ww.}
bemachtigen {ww.}

ik bemachtig
jij bemachtigt
hij/zij/het bemachtigt

ik bemachtig
jij bemachtigt
hij/zij/het bemachtigt
» meer vervoegingen van bemachtigen



Gerelateerd aan bemachtigen

vastgrijpen - aangrijpen - grijpenverwerven