Vertaling van vastgrijpen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
bemachtigen, vastgrijpen, aangrijpen, grijpen {ww.}
bemachtigen
vastgrijpen
aangrijpen
grijpen {ww.}
vastgrijpen
aangrijpen
grijpen {ww.}
ik zal aangrijpen
jij zult aangrijpen
hij/zij/het zal aangrijpen
ik zal bemachtigen
jij zult bemachtigen
hij/zij/het zal bemachtigen
» meer vervoegingen van bemachtigen
We slaagden erin enkele buitenlandse postzegels te bemachtigen.
We slaagden erin enkele buitenlandse postzegels te bemachtigen.
vatten, vastgrijpen, beetkrijgen, beetpakken, vastpakken {ww.}
vatten
vastgrijpen
beetkrijgen
beetpakken
vastpakken {ww.}
vastgrijpen
beetkrijgen
beetpakken
vastpakken {ww.}
ik zal beetkrijgen
ik zou beetkrijgen
jij zult beetkrijgen
ik zal vatten
ik zou vatten
jij zult vatten
» meer vervoegingen van vatten
Je moet de koe bij de horens vatten!
Je moet de koe bij de horens vatten!
Je moet de koe bij de horens vatten.
Je moet de koe bij de horens vatten.