Vertaling van vatten
grijpen
beetpakken {ww.}
ik pak beet
jij pakt beet
hij/zij/het pakt beet
ik vat
jij vat
hij/zij/het vat
» meer vervoegingen van vatten
in een lijst zetten
inlijsten {ww.}
ik lijst in
jij lijst in
hij/zij/het lijst in
ik vat
jij vat
hij/zij/het vat
» meer vervoegingen van vatten
vatten
pakken
oprapen
aanvatten {ww.}
ik vat aan
ik vatte aan
jij vat aan
ik neem
ik nam
jij neemt
» meer vervoegingen van nemen
verstaan
vatten
bevatten
snappen
beseffen {ww.}
ik begrijp
jij begrijpt
hij/zij/het begrijpt
ik begrijp
jij begrijpt
hij/zij/het begrijpt
» meer vervoegingen van begrijpen
vatten
pakken
vastpakken
beetnemen
beetkrijgen {ww.}
ik krijg beet
ik kreeg beet
jij krijgt beet
ik vang
ik ving
jij vangt
» meer vervoegingen van vangen
Voorbeelden in zinsverband
Je moet de koe bij de horens vatten!
Je moet de koe bij de horens vatten!
Je moet de koe bij de horens vatten.
Je moet de koe bij de horens vatten.