Vertaling van bespuiten

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
bespuiten, sproeien, besproeien {ww.}
bespuiten
sproeien
besproeien {ww.}

ik besproei
jij besproeit
hij/zij/het besproeit

ik bespuit
jij bespuit
hij/zij/het bespuit
» meer vervoegingen van bespuiten

verstuiven, bespuiten {ww.}
verstuiven
bespuiten {ww.}

ik bespuit
jij bespuit
hij/zij/het bespuit

ik verstuif
jij verstuift
hij/zij/het verstuift
» meer vervoegingen van verstuiven



Gerelateerd aan bespuiten

sproeien - besproeien - verstuivenspuiten - natmaken