Vertaling van bezigheid

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
emplooi [o], bezigheid [v] {zn.}
emplooi [o]
bezigheid [v] {zn.}
werkzaamheid [v] (de ~), activiteit [v] (de ~), werkzaamheden (de ~), bezigheid [v] (de ~) {zn.}
werkzaamheid [v] (de ~)
activiteit [v] (de ~)
werkzaamheden (de ~)
bezigheid [v] (de ~) {zn.}


Gerelateerd aan bezigheid

emplooi - werkzaamheid - activiteit - werkzaamhedengebeurtenis