Vertaling van bloed

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
bloed [o] {zn.}
bloed [o] {zn.}
Het is geen bloed. Het is biet.
Het is geen bloed. Het is biet.
Hij is een man van nobel bloed.
Hij is een man van nobel bloed.
bloed [o] (het ~), zweet [o] (het ~) {zn.}
bloed [o] (het ~)
zweet [o] (het ~) {zn.}
Meestal zweet ik niet zo.
Meestal zweet ik niet zo.
Hij veegde het zweet van zijn gezicht af.
Hij veegde het zweet van zijn gezicht af.
bloeden {ww.}
bloeden {ww.}

ik bloed
jij bloedt
hij/zij/het bloedt

ik bloed
jij bloedt
hij/zij/het bloedt
» meer vervoegingen van bloeden

Zijn gewonde been begon opnieuw te bloeden.
Zijn gewonde been begon opnieuw te bloeden.
Ik kan het bloeden niet stelpen.
Ik kan het bloeden niet stelpen.
bloeden {ww.}
bloeden {ww.}

ik bloed
jij bloedt
hij/zij/het bloedt

ik bloed
jij bloedt
hij/zij/het bloedt
» meer vervoegingen van bloeden

bloeden, boeten {ww.}
bloeden
boeten {ww.}

ik bloed
jij bloedt
hij/zij/het bloedt

ik bloed
jij bloedt
hij/zij/het bloedt
» meer vervoegingen van bloeden

bloeden {ww.}
bloeden {ww.}

ik bloed
jij bloedt
hij/zij/het bloedt

ik bloed
jij bloedt
hij/zij/het bloedt
» meer vervoegingen van bloeden



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Het is geen bloed. Het is biet.

Het is geen bloed. Het is biet.

Hij is een man van nobel bloed.

Hij is een man van nobel bloed.

Het hart dient om bloed te pompen.

Het hart dient om bloed te pompen.

Ze zijn gefascineerd door bloed en geweld.

Ze zijn gefascineerd door bloed en geweld.

Ik ben vandaag bloed wezen geven.

Ik ben vandaag bloed wezen geven.

Welke kust kent ons bloed niet?

Welke kust kent ons bloed niet?


Gerelateerd aan bloed

zweet - bloeden - boetenvloeistof - ondergaan - uitvloeien