Vertaling van ondergaan

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
ondergaan, beleven, doormaken, doorleven {ww.}
ondergaan
beleven
doormaken
doorleven {ww.}

ik beleef
jij beleeft
hij/zij/het beleeft

ik onderga
jij ondergaat
hij/zij/het ondergaat
» meer vervoegingen van ondergaan

We gaan veel plezier beleven.
We gaan veel plezier beleven.
Door hetgeen men zelf wil, kan men geen onrecht ondergaan
Door hetgeen men zelf wil, kan men geen onrecht ondergaan
ondergaan {ww.}
ondergaan {ww.}

ik onderga
jij ondergaat
hij/zij/het ondergaat

ik onderga
jij ondergaat
hij/zij/het ondergaat
» meer vervoegingen van ondergaan

ondergaan {ww.}
ondergaan {ww.}

ik onderga
jij ondergaat
hij/zij/het ondergaat

ik onderga
jij ondergaat
hij/zij/het ondergaat
» meer vervoegingen van ondergaan

ondergaan {ww.}
ondergaan {ww.}

ik onderga
jij ondergaat
hij/zij/het ondergaat

ik onderga
jij ondergaat
hij/zij/het ondergaat
» meer vervoegingen van ondergaan

ondergaan {ww.}
ondergaan {ww.}

ik onderga
jij ondergaat
hij/zij/het ondergaat

ik onderga
jij ondergaat
hij/zij/het ondergaat
» meer vervoegingen van ondergaan

vergaan, ondergaan, verongelukken, sneuvelen, omkomen, creperen {ww.}
vergaan
ondergaan
verongelukken
sneuvelen
omkomen
creperen {ww.}

ik crepeer
jij crepeert
hij/zij/het crepeert

ik verga
jij vergaat
hij/zij/het vergaat
» meer vervoegingen van vergaan

Wanneer ze zal vergaan weet niemand
Wanneer ze zal vergaan weet niemand
verdragen, velen, lijden, uitstaan, ondergaan, doorstaan {ww.}
verdragen
velen
lijden
uitstaan
ondergaan
doorstaan {ww.}

ik doorsta
jij doorstaat
hij/zij/het doorstaat

ik verdraag
jij verdraagt
hij/zij/het verdraagt
» meer vervoegingen van verdragen

Velen verloren hun huis na de aardbeving.
Velen verloren hun huis na de aardbeving.
Ik kan de pijn niet meer uitstaan.
Ik kan de pijn niet meer uitstaan.
ondergaan {ww.}
ondergaan {ww.}

ik onderga
jij ondergaat
hij/zij/het ondergaat

ik onderga
jij ondergaat
hij/zij/het ondergaat
» meer vervoegingen van ondergaan



Gerelateerd aan ondergaan

beleven - doormaken - doorleven - vergaan - verongelukken - sneuvelen - omkomen - creperen - verdragen - velen - lijden - uitstaan - doorstaanondergaan - beleven - verdwijnen