Vertaling van bloem
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
bloem {zn.}
bloem {zn.}
Bijen vliegen van bloem tot bloem.
Bijen vliegen van bloem tot bloem.
Die bloem ruikt sterk.
Die bloem ruikt sterk.
bloem , keur, puikje {zn.}
bloem
keur
puikje {zn.}
keur
puikje {zn.}
Deze bloem ruikt lekker.
Deze bloem ruikt lekker.
Hij kocht veel bloem en olie.
Hij kocht veel bloem en olie.
bloem , meel {zn.}
bloem
meel {zn.}
meel {zn.}
Deze bloem geeft een sterke geur af.
Deze bloem geeft een sterke geur af.
bloem , blom , bloempje, bloemetje {zn.}
bloem
blom
bloempje
bloemetje {zn.}
blom
bloempje
bloemetje {zn.}
bloem , meel , meelbloem {zn.}
bloem
meel
meelbloem {zn.}
meel
meelbloem {zn.}
bloem {zn.}
bloem {zn.}
bloem , crème de la crème , vlaggenschip , keur, fine fleur, puikje {zn.}
bloem
crème de la crème
vlaggenschip
keur
fine fleur
puikje {zn.}
crème de la crème
vlaggenschip
keur
fine fleur
puikje {zn.}
We moeten de bloem water geven.
We moeten de bloem water geven.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Nederlands
Bijen vliegen van bloem tot bloem.
Bijen vliegen van bloem tot bloem.
Die bloem ruikt sterk.
Die bloem ruikt sterk.
Deze bloem ruikt lekker.
Deze bloem ruikt lekker.
Hij kocht veel bloem en olie.
Hij kocht veel bloem en olie.
Deze bloem geeft een sterke geur af.
Deze bloem geeft een sterke geur af.
We moeten de bloem water geven.
We moeten de bloem water geven.
Ongeveer twee miljoen pond bloem wordt jaarlijks uitgevoerd.
Ongeveer twee miljoen pond bloem wordt jaarlijks uitgevoerd.
Zeef de bloem, bakpoeder, zuiveringszout en zout samen in een grote kom formaat.
Zeef de bloem, bakpoeder, zuiveringszout en zout samen in een grote kom formaat.