Vertaling van boezem

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
boezem [m] {zn.}
boezem [m] {zn.}
boezem, atrium {zn.}
boezem
atrium {zn.}
borst [v], boezem [m] {zn.}
borst [v]
boezem [m] {zn.}
Iedereen zong uit volle borst.
Iedereen zong uit volle borst.
Ik heb pijn in de borst.
Ik heb pijn in de borst.
tochtsloot, uitwateringskanaal, boezem [m] {zn.}
tochtsloot
uitwateringskanaal
boezem [m] {zn.}
schoot, boezem [m] {zn.}
schoot
boezem [m] {zn.}
bocht, boezem, holte, sinus {zn.}
bocht
boezem
holte
sinus {zn.}
Helgoland ligt in de Duitse Bocht.
Helgoland ligt in de Duitse Bocht.
aandoen, aangrijpen, inboezemen {ww.}
aandoen
aangrijpen
inboezemen {ww.}

ik doe aan
jij doet aan
hij/zij/het doet aan

ik doe aan
jij doet aan
hij/zij/het doet aan
» meer vervoegingen van aandoen

inboezemen, inspireren, bezielen {ww.}
inboezemen
inspireren
bezielen {ww.}

ik beziel
jij bezielt
hij/zij/het bezielt

ik boezem in
jij boezemt in
hij/zij/het boezemt in
» meer vervoegingen van inboezemen

inboezemen, laten merken {ww.}
inboezemen
laten merken {ww.}

ik boezem in
jij boezemt in
hij/zij/het boezemt in

ik boezem in
jij boezemt in
hij/zij/het boezemt in
» meer vervoegingen van inboezemen



Gerelateerd aan boezem

atrium - borst - tochtsloot - uitwateringskanaal - schoot - bocht - holte - sinus - aandoen - aangrijpen - inboezemen - inspireren - bezielen - laten merkenvervullen