Vertaling van brokkelen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
brokkelen {ww.}
brokkelen {ww.}
ik brokkel
jij brokkelt
hij/zij/het brokkelt
ik brokkel
jij brokkelt
hij/zij/het brokkelt
» meer vervoegingen van brokkelen
versnipperen, fijnmaken, vergruizen, brokkelen {ww.}
versnipperen
fijnmaken
vergruizen
brokkelen {ww.}
fijnmaken
vergruizen
brokkelen {ww.}
ik brokkel
jij brokkelt
hij/zij/het brokkelt
ik versnipper
jij versnippert
hij/zij/het versnippert
» meer vervoegingen van versnipperen
verbrokkelen, brokkelen {ww.}
verbrokkelen
brokkelen {ww.}
brokkelen {ww.}
ik brokkel
jij brokkelt
hij/zij/het brokkelt
ik brokkel
jij brokkelt
hij/zij/het brokkelt
» meer vervoegingen van brokkelen
verbrokkelen, brokkelen {ww.}
verbrokkelen
brokkelen {ww.}
brokkelen {ww.}
ik brokkel
jij brokkelt
hij/zij/het brokkelt
ik brokkel
jij brokkelt
hij/zij/het brokkelt
» meer vervoegingen van brokkelen